In de Watermolen staat een vrouwelijke molenaar centraal, die aan het einde erg belangrijk is om aan het niet denkbeeldige gevaar van overstromingen te ontkomen. De vader van de hoofdpersoon Engeltje van der Zouwe is molenaar. Hij krijgt tijdens de uitoefening van zijn beroep een ongeluk, valt van de molen en overlijdt.
Engeltje trouwt later met Adriaan van Gils, ook een molenaar. Dankzij de verzoeken van Engeltje aan het polderbestuur wordt Adriaan benoemd tot waterpezer, een watermolenaar op het Braankse gemaal. Enkele jaren na hun huwelijk krijgt ook Adriaan een dodelijk ongeluk op de molen. Engeltje blijft achter met een kind en vraagt het polderbestuur om als molenaarster aangesteld te mogen worden. Dat verzoek brengt nogal wat opschudding teweeg, want een vrouw op de molen is nog nooit voorgekomen.
Het polderbestuur besluit met een krappe meerderheid van stemmen en ondanks veel tegenstand Engeltje als molenaar op de molen te benoemen. Er is immers geen andere waterpezer beschikbaar. En ze doet het uitstekend op de molen. Eerzuchtig als ze is wil ze doen wat geen man ooit gedaan heeft: drie duim water in een etmaal wegmalen. Dat lukt haar ook, maar dan komen de molenaars van naburige molens in opstand. Die accepteren niet dat een vrouw het beter kan dan zij. Een van hen belegt een vergadering. Ze vragen het Braankse polderbestuur Engeltje uit de molen te halen. Het bestuur bezwijkt onder de druk en Engeltje moet weg. Tijdens de laatste dag op de molen overkomt ook haar het ongeluk dat haar vader en haar man al eerder overkwam: Engeltje stort van de molentrap naar beneden.
Bekijk ook uit zijn werk